Dwalen
Wat ik graag doe, is wandelen aan de hand van een boek. Zo wandelde ik onlangs met De verhalen van Eelke de Jong in mijn hand door het Veluwse dorp Hoog Soeren.
© Eelke de Jong, cover De verhalen, foto Conny Meslier
Het was er stil en idyllisch en overal waar ik liep leek ik de vroeg overleden schrijver tegen te komen. Om zijn herinneringen nog even terug te halen nam ik met het boek op schoot plaats op het bankje voor de kapel. Wat een jeugd moet De Jong hier hebben gehad, dacht ik terwijl ik las hoe hij salamanders, donderkopjes en watertorren ving in de Pomphul, een nabij gelegen plas waar rond 1800 een pomp werd geslagen om aan drinkwater te komen.
Als geboren Randstedeling was vaak jaloers op een Veluwse opvoeding. Ik kon hevig verlangen naar heuveltjes, meertjes en bossen om in te verdwalen. Het schrijverschap van Eelke de Jong ontwikkelde zich in het grensgebied tussen waarneming en verzinsel. Halverwege de jaren zeventig werd hij benoemd tot schaapherder in Hoog Buurlo, niet ver van zijn geboortegrond. Hij wist van dwalen zijn beroep te maken. Bij zijn vrienden stond hij te boek als een geboren slenteraar. ‘Toch was hij niet lui. Het type van de druk bezette, succes uitstralende man, die held van onze tijd, was hem een gruwel,’ schreef zijn vriend Hans Sleutelaar in een levensbericht. Ik kan het mij helemaal voorstellen.
Wie dwaalt kiest ervoor het druk bezette leven te ontwijken. Al lezend wandel ik nog een stukje met de schrijver mee, over ‘een smal landweggetje met diepe kuilen, tussen struikgewas en kleine akkertjes, heggen, uitmondend op de weg naar Assel’.