Even lachen op het Maas- en Peelliniepad
14 december 2020
- Henrie van Zoggel
De Brabander Rogier van Leefdael omschreef in 1659 al het ruige landschap van de Peel: ‘Sijn seer groote Wildernisse ende moeras, genaempt den Peel, welcke door hare wiltheyt grootheyt ende weeckheyt van gronde, door menschen ofte peerden qualyck connende begaen ofte bereeden worden.'
Het was een onontgonnen gebied met woeste gronden, moeilijk te bereiken, waar armoede onder de bevolking heerste en turf werd gestoken. Ik wandel vandaag over het Maas- en Peelliniepad van Overloon naar Bronlaak en ben benieuwd wat er nog over is van de Peel. Na het Brabantse plaatsje Overloon, waar ook het Nationaal Verzets- en Oorlogsmuseum is gevestigd, valt de weidsheid van het landschap al op. De woeste gronden zijn verdwenen, maar het landschap ademt nog steeds dezelfde sfeer: leeg, weids en verlaten.
Peel-Raamstelling
De route langs de rood-gele markering van het Streekpad gaat verder richting Peel-Raamstelling waar het streekpad deels zijn naam aan dankt. Het is een verdedigingslinie die in 1939 werd aangelegd, maar op 10 mei 1940 al op de eerste oorlogsdag is gevallen. Wat nu nog rest zijn kazematten, een defensiekanaal en verborgen schootsvelden. Op de grens van Noord-Brabant en Limburg loop ik langs dit Defensiekanaal dat het landschap kaarsrecht in tweeën snijdt. Het verdwijnt in de verte en al wandelend kruis ik wegen met namen als Peelkanaalweg, Vredepeel, Vale Peel en Schipperspeel.
Justitieplaats
Het gebied waar het Maas- en Peelliniepad doorheen loopt, ziet er inmiddels heel anders uit dan 100 jaar geleden. De woeste gronden werden voor de landbouw ontgonnen. Ik passeer dan ook imposante hoeves die hier werden gebouwd: Peelpaleis, Windpeelhoeve en Vinkenpeel. Verderop aan de rand van de Peel, waar het landschap meer bestond uit heidevelden, nam de Heidemaatschappij de ontginning op zich. Zo ook bij de Groote Slink en Bunthorst waar de gebroeders Roelvink tot 1910 grote gebieden opkochten. Op de rand van het landgoed stop ik bij de Justitieplaats. Het was de plaats waar, in naam van de Vrije Hoge Heerlijkheid Oploo, van 1500-1790 de veroordeelden werden opgehangen aan de takken van een eik. Mensen die voor justitie van elders moesten vluchten, zochten soms hun toevlucht in de onherbergzame Peel, waar de heer af en toe klopjachten hield en deze mensen ter dood veroordeelde. Ik aanschouw met enig afgrijzen de bijzondere eik waar het vonnis plaats vond, gelukkig zijn die tijden nu veranderd.
Bunthorst en Groote Slink
Over een kronkelend pad over de heide nader ik de Groote Slink. Het is een landgoed en natuurgebied in bezit van het Brabants Landschap. Het werd van 1910 tot 1917 in opdracht van Adam Roelvink door landschapsarchitect Leonard Springer aangelegd. Deze legde een landgoed aan in Engelse landschapsstijl met daarbij een imposante villa. Inlandse en moeraseiken sieren de lange lanen op het landgoed waar nu woon- en werkgemeenschap Bronlaak is gevestigd. Natte stroken en heideveldjes liggen hier verspreid op het landgoed; zo moet de Peel er vroeger uitgezien hebben.
Bronlaak
Bronlaak is een unieke dorpsgemeenschap op het prachtige landgoed in de Peel, waar mensen met een beperking maar óók met talenten wonen en werken. Het wordt ook wel gezien als het ‘achtste kerkdorp’ van Sint Anthonis. De bewoners kijken me vragend aan, maar begroeten mij vriendelijk en enthousiast. Ik passeer enkele bordjes van gedichten die bewoners van Bronlaak hebben gemaakt en die zijn gebundeld in een gedichtenwandeling. Ik stop even bij het gedicht ‘Lachen’ van Yvonne Verkaar. Ik lach even mee, mijn dag in de Peel kan niet meer stuk.
vandaag lachen
elke dag lachen
zoveel lachen
Elke dag lachen
mag wel hè
zoveel lachen
Praktisch: